Hoe zit het als een werknemer een, op het oog, pietluttig ongeval krijgt op de werkvloer? Een werkneemster van een fastfoodketen raakt met haar voet bekneld tussen het gaas van een rolcontainer, als gevolgd wordt ze volledig ongeschikt en ontvangt een WIA-uitkering.
Op 14 juli 2018 is het druk in de fastfoodketen. De werkneemster gaat rond lunchtijd een doos friet halen uit de vriescel. Er is op dat moment geen floormanager aanwezig. De doos friet staat op een rijdbare rolcontainer in de vriescel. Bij het pakken van de doos valt de werkneemster, naar eigen zeggen, omdat haar voet in het gaas van de rolcontainer is blijven steken.
Door deze val blijft een inkomensgat over, naast de consequenties die de werkneemster in het dagelijks leven ervaart. Ze stelt haar werkgever aansprakelijk voor de geleden schade. De werkgever betwist aansprakelijk te zijn. De fastfoodketen betwist niet dat de werkneemster gevallen is in de koelcel maar de betwisting spitst zich toe op de toedracht van het ongeval. Volgens de werkgever was het onmogelijk dat de voet van de werkneemster knel kwam te zitten in het raster omdat dit niet past.
Het slachtoffer hoeft echter alleen aannemelijk te maken dat het zo kán zijn gebeurd. Het is aan de werkgever om aan te tonen dat hij niet in zijn zorgplicht, die beschreven staat in art. 7:658BW tekort is geschoten.
Volgens de rechter kon de werkneemster alleen naar het object (de doos friet) reiken door op het gaas van de rolcontainer te gaan staan. Daarmee schoot de werkgever tekort in het voorzien van een veilige werkomgeving. De fastfoodketen is daarmee verplicht de geleden en nog te lijden schade te vergoeden.