Een manager van een bedrijf is op staande voet ontslagen na enkele ongepaste seksuele relaties. Ze is naar de rechter gestapt en eist een flinke schadevergoeding. Krijgt ze gelijk of zijn meerdere ongepaste seksrelaties reden voor ontslag?
Sinds de zomer van 2021 werkt de vrouw als zelfstandig projectmanager bij een bedrijf. Na een jaar wordt ze gepromoveerd tot Chief Operational Officer en neemt ze plaats in het bestuur van de onderneming. Al snel komen er klachten binnen over haar gedrag, vooral in relatie tot haar omgang met verschillende medewerkers.
Er is sprake van herhaald grensoverschrijdend gedrag. Gezien haar hoge positie binnen het bedrijf, had ze dit gedrag moeten vermijden, zegt haar werkgever. Haar acties hebben mogelijk een onveilige werksituatie gecreëerd, iets wat de werkgever niet langer kan tolereren. Het bedrijf besluit de zaak te laten onderzoeken door een advocatenkantoor. Enkele dagen later meldt de vrouw zich ziek.
In 2022 blijkt dat ze een relatie had met een externe coach. Wanneer dit aan het licht komt, geeft ze toe dat dit onprofessioneel was en belooft beterschap. Maar niet lang daarna heeft ze opnieuw een relatie, dit keer met een medewerker. Daarnaast komen er meer klachten binnen over ongepast gedrag.
De aandeelhouders vinden dat er sprake is van een ‘onwerkbare situatie’. Vanwege haar rol als bestuurder wordt verwacht dat ze zich aan hoge gedragsnormen houdt. Het voorstel tot ontslag wordt tijdens een algemene vergadering unaniem aangenomen. Haar arbeidsovereenkomst wordt per direct beëindigd, zonder enige vergoeding.
De manager is het hier niet mee eens en stapt naar de rechter. Ze eist een forse schadevergoeding, inclusief bijna 70.000 euro aan misgelopen winstuitkeringen en een compensatie van 147.000 euro.
De rechtbank in Utrecht oordeelt dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is.
De directe aanleiding voor het ontslag was dat de beschuldigingen tegen haar in april 2023 op de werkvloer bekend werden. Haar leidinggevende gaf toen aan het vertrouwen in haar te hebben verloren en niet meer met haar te willen samenwerken. Dit is echter geen dringende reden voor ontslag op staande voet.
Voor ontslag op staande voet moet er sprake zijn van “zodanige daden, eigenschappen of gedragingen van de werknemer, dat het redelijkerwijs niet van de werkgever kan worden verwacht de arbeidsovereenkomst te laten voortduren”.
Een verstoorde arbeidsverhouding, veroorzaakt door haar gedrag, is op zichzelf geen dringende reden. Mediation had meer voor de hand gelegen, zoals ook door de bedrijfsarts werd geadviseerd.
De gedragingen van de manager vonden plaats tussen oktober 2022 en januari 2023. De werkgever kon niet verklaren waarom het ontslag pas op 25 juli 2023 plaatsvond. Dit maakt het ontslag niet ‘onverwijld’.
Dit betekent dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is. Het bedrijf moet de manager in totaal 52.800 euro betalen aan schadevergoeding en misgelopen inkomsten.