De beeldschermergonomie richt zich op verschillende aandachtspunten zoals leesbaarheid, monitorpositie en informatiepresentatie.
Dit artikel wil antwoord geven op de meest voorkomende vragen:
- Wat is de goede hoogte voor een beeldscherm?
- Wat is de juiste afstand tot de ogen?
- Wat is een goede opstelling als medewerkers werken met meerdere beeldschermen?
Eén ding is duidelijk bij deze ogenschijnlijk eenvoudige vragen: er geen passende afstand, positie of opstelling die voor alle medewerkers toegepast kan worden. Tabellen waarbij men stelt dat bij het gebruik van een 21 inch scherm een afstand tot de ogen hoort van bv. 70 cm zijn gebaseerd op algemene gemiddelden of aannames. Geen bruikbare richtlijn dus voor individuele toepassing. Ook de vaak gehoorde regel dat een beeldscherm hoort te staan op een hoogte waarbij de bovenkant beeldscherm gelijk is aan de ooghoogte zal in veel gevallen geen passende oplossing zijn. Kortom, hoe pak je dit dan aan?
Het gaat om maatwerk bij individuele gebruikers…..
Maatwerk betekent dat voor verschillende mensen, verschillende waarden gelden. De oplossing zit hem in een functionele of doelmatige benadering van de vragen die gesteld zijn. Waarom is de hoogte van het beeldscherm van belang? Dit is van belang voor de stand van het hoofd of de nek. Het gaat erom wanneer het hoofd in de – voor die persoon - meest neutrale of comfortabele positie komt. We kijken dus niet naar het beeldscherm, maar naar wat dat beeldscherm doet met de medewerker die er achter zit.
Dit maatwerkprincipe zien we ook terug bij de bepaling van de juiste afstand van beeldscherm tot ogen. Waarom is dit belangrijk? Vanwege het visueel comfort of de leesbaarheid. Dus de vraag die we moeten beantwoorden is: wanneer kan de medewerker het beste lezen van het beeldscherm? Die afstand wordt bepalend voor het advies. Niet de norm, maar het doel staat centraal.
Als medewerkers werken met meerder beeldschermen is het van belang om duidelijk te krijgen waarom er twee beeldschermen worden gebruikt. Is dit voor de ordening van de informatie of worden er verschillende systemen naast elkaar gebruikt. Je wilt de functionaliteit dus duidelijk hebben. Als die duidelijk is kun je gaan nadenken over functioneel – lees goed werkbaar – is. De meest gebruikte monitor krijgt dan de meest centrale plaats en andere beeldschermen worden daaraan aangepast. Er is geen vaste positie, de medewerker moet komen tot een functioneel goede ordening, waarbij we zoeken naar een zoveel als mogelijk gelijke hoogte van de monitoren. Worden dit er teveel (het hoofd moet te ver gaan draaien) dan kunnen we hierop aanpassen. Moeilijk? Nee, maak er een logisch verhaal van.